DEZE PAGINA IS NOG IN ONDERHOUD. SMEEKBEDE ZIJN NOG NIET COMPLEET
Authentieke Dua & Dikr voor de ochtend & avond
فَٱصۡبِرۡ عَلَىٰ مَا يَقُولُونَ وَسَبِّحۡ بِحَمۡدِ رَبِّكَ قَبۡلَ طُلُوعِ ٱلشَّمۡسِ وَقَبۡلَٱلۡغُرُوبِ
Fasbir ‘alaa maa yaqooloona wa sabbih bihamdi Rabbika qabla tuloo’ish shamsi wa qablal ghuroob
‘…verheerlijk jouw Heer met de lof die Hem toekomt vóór zonsopkomst en vóór zonsondergang.’ [Soerat Qaaf (50), aayah 39.]
“De ochtend adkhar begint na het al-Fajr-gebed en de avond adkhar begint na het Asr-gebed tot voordat de tijd aanbreekt voor het Maghreb-gebed”
1- أَصْـبَحْنا وَأَصْـبَحَ المُـلْكُ لله وَالحَمدُ لله ، لا إلهَ إلاّ اللّهُ وَحدَهُ لا شَريكَ لهُ، لهُ المُـلكُ ولهُ الحَمْـد، وهُوَ على كلّ شَيءٍ قدير ، رَبِّ أسْـأَلُـكَ خَـيرَ ما في هـذا اليوم وَخَـيرَ ما بَعْـدَه ، وَأَعـوذُ بِكَ مِنْ شَـرِّ هـذا اليوم وَشَرِّ ما بَعْـدَه، رَبِّ أَعـوذُبِكَ مِنَ الْكَسَـلِ وَسـوءِ الْكِـبَر ، رَبِّ أَعـوذُبِكَ مِنْ عَـذابٍ في النّـارِ وَعَـذابٍ في القَـبْر. [مسلم 4/2088]
Asbahna wa-asbahal-mulku lillah walhamdu lillah la ilaha illal-lah, wahdahu la shareeka lah, lahul-mulku walahul-hamd, wahuwa ‘ala kulli shayin qadeer, rabbi as-aluka khayra ma fee hatha-alyawmi, wakhayra ma ba‘daho, wa-a‘oothu bika min sharri hatha-alyawmi, washarri ma ba‘daho, rabbi a‘oothu bika minal-kasal, wasoo-il kibar, rabbi a‘oothu bika min ‘athabin fin-nar, wa ‘athabin fil-qabr.
De dag begint over ons en de absolute heerschappij behoort Allaah toe. De lofprijzing behoort Allaah toe. Geen godheid is het waardig aanbeden te worden buiten Allaah, Enig en zonder enige deelgenoten. Aan Hem behoort de absolute heerschappij en lofprijzing, en Hij is Almachtig. Mijn Heer! Ik smeek U om het goede van deze dag te schenken en het goede dat erna komt. En ik zoek mijn toevlucht bij U tegen het kwaad dat erna komt. Mijn Heer! Ik zoek mijn toevlucht bij U tegen luiheid en hulpeloze ouderdom. Mijn Heer! Bescherm mij tegen iedere bestraffing in de Hel en iedere kwelling van het graf.
In de avond zeg je ‘amsayna wa amsal mulku lillaah..’ en verplaats je ‘hatha alyawmi’ voor ‘hathihil layla’. [Saheeh Muslim 4/2088, Silsilah Ahadeeth as-Saheehah, no. 262, 1/525.]
2- اللّهُـمَّ بِكَ أَصْـبَحْنا وَبِكَ أَمْسَـينا ، وَبِكَ نَحْـيا وَبِكَ نَمُـوتُ وَإِلَـيْكَ النُّـشُور. [الترمذي 5/466]
Allahumma bika asbahna wabika amsayna, wabika nahya, wabika namootu wa-ilaykan-nushoor.
O mijn Heer! Met U beginnen wij de ochtend, en met U beginnen wij de avond, en met U leven wij en sterven wij. En het is naar U dat wij worden teruggevoerd.
In de avond zeg je: ‘Allahumma bika amsayna wabika asbahna, wabika nahya, wabika namootu wa-ilaykal-maseer.’ [At-Tirmidhee 5/466, Saheeh at-Tirmidhee 3/142, As-Saheehah no. 263, 1/563]
3- اللّهـمَّ أَنْتَ رَبِّـي لا إلهَ إلاّ أَنْتَ ، خَلَقْتَنـي وَأَنا عَبْـدُك ، وَأَنا عَلـى عَهْـدِكَ وَوَعْـدِكَ ما اسْتَـطَعْـت ، أَعـوذُبِكَ مِنْ شَـرِّ ما صَنَـعْت ، أَبـوءُ لَـكَ بِنِعْـمَتِـكَ عَلَـيَّ وَأَبـوءُ بِذَنْـبي فَاغْفـِرْ لي فَإِنَّـهُ لا يَغْـفِرُ الذُّنـوبَ إِلاّ أَنْتَ . [البخاري 7/150]
Allahumma anta rabbee la ilaha illa ant, khalaqtanee wa-ana ‘abduk, wa-ana ‘ala ‘ahdika wawa‘dika mas-tata‘t, a‘oothu bika min sharri ma sana‘t, aboo-o laka bini‘matika ‘alay, wa-aboo-o bithanbee, faghfir lee fa-innahu la yaghfiruth-thunooba illa ant.
O mijn Heer! U bent mijn Meester en U alleen verdient de aanbidding. U bent het die mij geschapen heeft en ik ben Uw dienaar. Ik onderwerp mij aan Uw verbond en aan Uw belofte voor zover ik daartoe in staat ben. Ik erken volledig de weldaad waarmee U mij hebt vervuld en ik erken mijn zonde. Schenk mij daarom Uw vergiffenis en er is niemand die de fouten vergeeft behalve U. [Bukhaaree 7/150]
4-اللّهُـمَّ إِنِّـي أَصْبَـحْتُ (- أمسيت -) أُشْـهِدُكَ، وَأُشْـهِدُ حَمَلَـةَ عَـرْشِـكَ، وَمَلائِكَتِكَ، وَجَمِـيعَ خَلْـقِكَ، أَنَّـكَ أَنْـتَ اللهُ لا إلهَ إلاّ أَنْـتَ وَحْـدَكَ لا شَريكَ لَـكَ، وَأَنَّ ُ مُحَمّـداً عَبْـدُكَ وَرَسُـولُـكَ
Allaahoemma iennie asbah’toe (in de ochtend) en (in de avond zeg je amsaytoe) oesh-hiedoeka, wa oesh-hiedoe h’amalata ‘arshieka, wa malaa-iekatieka, wa djamie’a khalqiek, annaka Anta llahoe laa ielaaha iella Anta wah’daka laa sharieka lak, wa anna Moeh’ammedan ‘abdoeka wa rasoeloek. [4 keer]
O Allah, ik ben een nieuwe ochtend (avond) begonnen. Ik getuig bij U en getuig bij de dragers van Uw troon, Uw engelen, en de gehele schepping getuigen, dat voorzeker U Allah bent, er is geen god die het recht heeft om aanbeden te worden behalve U, U bent de Enige, U heeft geen deelgenoten, en Muhammad is Uw dienaar en boodschapper.
“Allah zal eenieder die dit vier keer zegt – in de ochtend of avond – sparen van het Vuur van de Hel.”
[Aboe Daawoed 4/317. Het is ook overgeleverd door al-Boekhaarie in al-Adab al-Moefrad (nr. 1201), an-Nasaa-ie in ‘Amal al-Yawm wa l-Laylah (nr.9) en Ibn as-Soennie (nr. 70). Sheikh Ibn Baaz heeft de keten van overleveraars van an-Nasaa-ie en Aboe Daawoed goed gekwalificeerd. (Zie Toeh’fat al-Akhyaar, blz. 23).]
5-اللّهُـمَّ مَا أَصْبَـَحَ (- أمسى -) بِي مِـنْ نِعْـمَةٍ أَو بِأَحَـدٍ مِـنْ خَلْـقِكَ، فَمِـنْكَ وَحْـدَكَ لاَ شَرِيكَ لَـكَ، فَلَـكَ الْحَمْـدُ وَلَـكَ الشُّكْـر
Allaahoemma maa asbah’a (ochtend) en (in de avond zeg je amsaa ipv asbah’a) bie min ni’matin aw bie ah’adien min khalqieka, faminka wah’daka laa sharieka laka, falaka l-h’amdoe wa laka s-shoekroe.
O Allah, elke gunst die mij of iemand van Uw schepping treft in de ochtend (of: avond), is van U Alleen, U heeft geen deelgenoot. Alle lof behoort aan U en U danken wij.
“Eenieder die dit in de ochtend reciteert, heeft zijn plicht Allah te danken voor die dag vervuld; en eenieder die dit in de avond zegt, heeft zijn plicht vervuld voor die nacht.”
[Aboe Daawoed (4/318); an-Nasaa-ie, ‘Amal al-Yawm wa l-Laylah (nr. 8); Ibn as-Soennie (nr. 41); Ibn H’iebbaan (nr. 2361). De keten van overleveraars is goed gekwalificeerd door Ibn Baaz in Toeh’fat al-Akhyaar, blz. 24.]
6- اللّهُـمَّ عافِـني في بَدَنـي ، اللّهُـمَّ عافِـني في سَمْـعي ، اللّهُـمَّ عافِـني في بَصَـري ، لا إلهَ إلاّ أَنْـتَ . (ثلاثاً)
اللّهُـمَّ إِنّـي أَعـوذُبِكَ مِنَ الْكُـفر ، وَالفَـقْر ، وَأَعـوذُبِكَ مِنْ عَذابِ القَـبْر ، لا إلهَ إلاّ أَنْـتَ . (ثلاثاً) [أبو داود 4/324]
Allahumma ‘afinee fee badanee, allahumma ‘afinee fee sam‘ee, allahumma ‘afinee fee basaree, la ilaha illa ant. (drie keer).
Allahumma innee a‘oothu bika minal-kufr, walfaqr, wa-a‘oothu bika min ‘athabil-qabr, la ilaha illa ant (drie keer).
O mijn Heer! Behoud mijn goede gezondheid. O mijn Heer! Bescherm de gezondheid van mijn gehoor. O mijn Heer! Bescherm de gezondheid van mijn zicht.
O mijn Heer! Ik zoek mijn toevlucht bij U tegen het ongeloof en de armoede, en ik zoek mijn toevlucht bij U tegen de kwellingen van het graf. Geen godheid is het waardig om aanbeden te worden buiten Allaah. [Abu Dawood 4/324, Ahmad 5/42, An-Nasaa’i 22/146, Ibn Sunnee 69/35.]
7- حَسْبِـيَ اللّهُ لا إلهَ إلاّ هُوَ عَلَـيهِ تَوَكَّـلتُ وَهُوَ رَبُّ العَرْشِ العَظِـيمِ
H’asbieya llaahoe, laa ielaaha iellaa Hoewa, ‘alayhie tawakkaltoe, wa Hoewa Rabboe l-‘arshie l-‘adhziem. [7keer]
Allah is voldoende voor mij, er is geen god die het recht heeft om aanbeden te worden behalve Hij, op Hem vertrouw ik, en Hij is de Heer van de geweldige de troon.
“Wie dit zeven keer in de ochtend en in de avond reciteert, Allah zal hem geven wat hij ook maar wenst in deze wereld en in het Hiernamaals.”
[Overgeleverd door Ibn as-Soennie (nr. 71); Aboe Daawoed (4/321). De keten van overleveraars is authentiek gekwalificeerd door Shoe’ayb en ‘Abdoel-Qaader al-Arnaa-oet, zie Zaad al-Ma’aad (2/376).]
8- رَضِيـتُ بِاللهِ رَبَّـاً وَبِالإِسْلاَمِ دِيـناً وَبِمُحَـمَّدٍ نَبِيّـا
Radhietoe biellaahie Rabban, wa bie l-ieslaamie dienan, wa bie Moeh’ammadin nabiyyan.
Ik ben tevreden met Allah als mijn Rabb, met de Islaam als mijn religie en met Moh’ammed als mijn profeet.
“Allah heeft beloofd dat iedereen die dit drie keer iedere ochtend of avond zegt, op de Dag der Opstanding tevreden gesteld zal worden.”
[Ah’mad (4/337); an-Nasaa-ie, ‘Amal al-Yawm wa l-Laylah (nr. 4); Ibn as-Soennie (nr. 68); at-Tirmidzie (5/465). De keten van overleveraars is goed gekwalificeerd door Ibn Baaz in Toeh’fat al-Akhyaar, blz.39.]
9- اللّهُـمَّ إِنِّـي أسْـأَلُـكَ العَـفْوَ وَالعـافِـيةَ في الدُّنْـيا وَالآخِـرَة ، اللّهُـمَّ إِنِّـي أسْـأَلُـكَ العَـفْوَ وَالعـافِـيةَ في ديني وَدُنْـيايَ وَأهْـلي وَمالـي ، اللّهُـمَّ اسْتُـرْ عـوْراتي وَآمِـنْ رَوْعاتـي ، اللّهُـمَّ احْفَظْـني مِن بَـينِ يَدَيَّ وَمِن خَلْفـي وَعَن يَمـيني وَعَن شِمـالي ، وَمِن فَوْقـي ، وَأَعـوذُ بِعَظَمَـتِكَ أَن أُغْـتالَ مِن تَحْتـي . [صحيح ابن ماجه 2/332]
Allahumma innee as-alukal-‘afwa wal‘afiyah, fid-dunya wal-akhirah, allahumma innee as-alukal-‘afwa wal‘afiyah fee deenee, wadunyaya wa-ahlee, wamalee, allahummas-tur ‘awratee, wa-amin raw‘atee, allahummah-fathnee min bayni yaday, wamin khalfee, wa‘an yameenee, wa‘an shimalee, wamin fawqee, wa-a‘oothu bi‘athamatika an oghtala min tahtee.
O mijn Heer! Ik smeek U om mij Uw vergiffenis te schenken en om Uw bescherming in dit leven en in het hiernamaals. O mijn Heer! Ik smeek U om mij Uw vergiffenis te schenken en Uw bescherming in mijn geloof, mijn wereldse leven, mijn familie en mijn bezittingen. O mijn Heer! Bedek mijn fouten en troost mij bij mijn angsten die me heen en weer slingeren. O mijn Heer! Behoed mij tegen zaken die mij kunnen overkomen van voor of achter mij, van mijn rechter- of mijn linkerkant of van boven mij, en ik zoek mijn toevlucht bij Uw grootsheid tegen de dood die plotseling opduikt van onder mij. [Abu Dawood, Ibn Maajah, Saheeh Ibn Maajah 2/332.]
10-اللّهُـمَّ عالِـمَ الغَـيْبِ وَالشّـهادَةِ فاطِـرَ السّماواتِ وَالأرْضِ رَبَّ كـلِّ شَـيءٍ وَمَليـكَه ، أَشْهَـدُ أَنْ لا إِلـهَ إِلاّ أَنْت ، أَعـوذُ بِكَ مِن شَـرِّ نَفْسـي وَمِن شَـرِّ الشَّيْـطانِ وَشِـرْكِه ، وَأَنْ أَقْتَـرِفَ عَلـى نَفْسـي سوءاً أَوْ أَجُـرَّهُ إِلـى مُسْـلِم. [صحيح الترمذي 3/142]
Allahumma ‘alimal-ghaybi washshahadah, fatiras-samawati wal-ard, rabba kulli shayin wamaleekah, ashhadu an la ilaha illa ant, a‘oothu bika min sharri nafsee wamin sharrish-shaytani washirkih, waan aqtarifa ‘ala nafsee soo-an aw ajurrahu ila muslim.
O mijn Heer! U die zonder twijfel het ongekende en het zichtbare kent! Schepper van de hemelen en van de aarde! Meester en Bezitter van alle dingen! Ik getuig dat geen andere godheid het waard is om aanbeden te worden buiten U. Ik zoek mijn toevlucht bij U tegen het kwaad van mijn ziel, tegen dat van de duivel en tegen zijn afgoderij. (En ik zoek mijn toevlucht bij U) tegen wandaden die ik zou plegen tegen mezelf of tegen een moslim. [Saheeh at-Tirmidhee 3/142, as-Saheehah no. 2763, 6/622]
11- بِسـمِ اللهِ الذي لا يَضُـرُّ مَعَ اسمِـهِ شَيءٌ في الأرْضِ وَلا في السّمـاءِ وَهـوَ السّمـيعُ العَلـيم . (ثلاثاً) [أبو داود 4/323]
Bismil-lahil-ladhee la yadurru ma‘as-mihi shay-on fil-ardi wala fis-sama-i wahuwas-samee‘ul-‘aleem. (drie keer)
In de naam van Allaah Die met Zijn naam niets op aarde en niets in de hemel schade berokkent, en Hij is de Alhorende en de Alwetende. At-Tirmidie zei: “Het is h’asan sah’ieh’ gharieb.” Het is door Ibn al-Qayyim als sah’ieh’ geclassificeerd in Zaad al-Ma’aad (2/338) en door al-Albaanie in Sah’ieh’ Abie Daawoed. Zie ook Sah’ieh’ Ibn Maadjah 2/332.
12- أَعُوذُ بِكَلِمَاتِ اللهِ التَّامَّاتِ مِنْ شَرِّ مَا خَلَقَ
A’oedzoe bie kalimaatie llaahie at-taammaatie min sharrie maa khalaq
Ik zoek toevlucht bij de perfecte Woorden van Allah tegen het kwaad van hetgeen Hij geschapen heeft
…dan zou het jou niet geschaad hebben.’” [Overgeleverd door Moeslim (2709).]
Volgens een overlevering overgeleverd door at-Tirmidzie (nr. 3604.) (Nederlandstalige interpretatie): “Wie drie keer zegt wanneer de avond komt…أَعُوذُ بِكَلِمَاتِ اللهِ التَّامَّاتِ مِنْ شَرِّ مَا خَلَقَ (A’oedzoe bie kalimaatie llaahie at-taammaatie min sharrie maa khalaq)
ik zoek toevlucht bij de perfecte Woorden van Allah tegen het kwaad van hetgeen Hij geschapen heeft
…geen koorts zal hem schaden die nacht.” Het woord dat hier vertaald is als “koorts” verwijst naar de steek van enig giftig schepsel, zoals een schorpioen en dergelijke.
13- يَا حَـيُّ يَا قَيّـومُ بـرَحْمَـتِكِ أَسْتَـغِـيث، أَصْلِـحْ لِي شَـأْنِـي كُلَّـه، وَلا تَكِلـني إِلى نَفْـسِي طَـرْفَةَ عَـينٍ
Yaa H’ayyoe yaa Qayyoemoe, bie rah’matieka astaghietoe aslieh’ lie shaa-inie koellahoe, wa laa takielnie ielaa nefsie tarfata ‘aynien.
O eeuwig Levende, o Zelfbestaande (of: Onderhouder), bij Uw Genade roep ik U aan om al mijn zaken recht te zetten, en belast mij geen moment met het vertrouwen in mijn ziel.
[De keten van overlevering is authentiek (sah’ieh’), al-H’aakiem (1/545), al-Albaanie (1/273).]
IN ONDERHOUD
15- أَصْبَحْنَا عَلَى فِطْرَةِ الْإِسْلَامِ وَعَلَى كَلِمَةِ الْإِخْلَاصِ، وَعَلَى دِينِ نَبِيِّنَا مُحَمَّدٍ صَلَى اللهُ عَلِيهِ وَسَلَّمَ، وَعَلَى مِلَّةِ أَبِينَا إِبْرَاهِيمَ، حَنِيفَاً مُسْلِماً وَمَا كَانَ مِنَ الْمُشْرِكِينَ
Asbahnaa [of ‘Amsaynaa in de avond] ‘alaa fitratil-‘Islaami wa ‘alaa kalimatil-‘ikhlaasi, wa ‘alaa deeni Nabiyyinaa Muhammadin (sallallaahu ‘alayhi wa sallama), wa ‘alaa millati ‘abeenaa ‘Ibraaheema, haneefan Musliman wa maa kaana minal-mushrikeen.
2 Ahmad 3/406-7, 5/123, An-Nasa’i, ‘Amalul- Yawm wal-Laylah (no. 34), At-Tirmithi 4/209.
15- رَضِيـتُ بِاللهِ رَبَّـاً وَبِالإِسْلاَمِ دِيـناً وَبِمُحَـمَّدٍ نَبِيّـا
Radhietoe biellaahie Rabban, wa bie l-ieslaamie dienan, wa bie Moeh’ammadin nabiyyan.[3keer]
Ik ben tevreden met Allah als mijn Rabb, met de Islaam als mijn religie en met Moh’ammed als mijn profeet.
“Allah heeft beloofd dat iedereen die dit drie keer iedere ochtend of avond zegt, op de Dag der Opstanding tevreden gesteld zal worden.”
[Ah’mad (4/337); an-Nasaa-ie, ‘Amal al-Yawm wa l-Laylah (nr. 4); Ibn as-Soennie (nr. 68); at-Tirmidzie (5/465). De keten van overleveraars is goed gekwalificeerd door Ibn Baaz in Toeh’fat al-Akhyaar, blz.39.]
16- سُبْحـانَ اللهِ وَبِحَمْـدِهِ عَدَدَ خَلْـقِه ، وَرِضـا نَفْسِـه ، وَزِنَـةَ عَـرْشِـه ، وَمِـدادَ كَلِمـاتِـه . (ثلاثاً) [مسلم 4/2090]
Subhanal-lahi wabihamdih, ‘adada khalqihi warida nafsih, wazinata ‘arshih, wamidada kalimatih.(drie keer)
Glorie, reinheid en lofprijzing aan Allaah, zoveel als er schepselen zijn, zoveel als Zijn tevredenheid, zo zwaar als Zijn Troon weegt en zoveel als er inkt nodig is om Zijn woorden neer te schrijven. [Muslim, 4/2090]
17- سُبْحـانَ اللهِ وَبِحَمْـدِهِ . (مائة مرة) [مسلم 4/2071]
Subhanal-Laahi wabihamdih. (100 keer)
Glorie, reinheid en lofprijzing aan Allaah. [Muslim, 4/2071]
18- يا حَـيُّ يا قَيّـومُ بِـرَحْمَـتِكِ أَسْتَـغـيث ، أَصْلِـحْ لي شَـأْنـي كُلَّـه ، وَلا تَكِلـني إِلى نَفْـسي طَـرْفَةَ عَـين . [صحيح الترغيب والترهيب 1/273]
Ya hayyu ya qayyoom, birahmatika astagheeth, aslih lee sha-nee kullah, wala takilnee ila nafsee tarfata ‘ayn.
O Levende, O U die de Enige bent om te smeken voor datgene wat we verlangen! Het is Uw genade waarop ik reken. Verbeter mijn situatie en laat mij niet aan mijn lot over, al is het voor een ogenblik! [Al-Haakim, Adh-Dhahabee 1/545, Saheeh at-Targheeb 1/273, as-Saheehah no. 227, 1/449]
19- لا إلهَ إلاّ اللّهُ وحْـدَهُ لا شَـريكَ لهُ، لهُ المُـلْكُ ولهُ الحَمْـد، وهُوَ على كُلّ شَيءٍ قَدير . (مائة مرة) [البخاري 4/95 ومسلم 4/2071]
La ilaha illal-laah, wahdahu la shareeka lah, lahul-mulku walahul-hamd, wahuwa ‘ala kulli shay-in qadeer. (100 keer)
Geen godheid is het waard om aanbeden te worden buiten Allaah, Enig en zonder deelgenoten. Aan Hem behoren de absolute heerschappij en de lofprijzing, en Hij is Almachtig.[Bukharee 4/95, Muslim, 4/2071]
20- أصبحنا على فطرة الإسلام وعلى كلمة الإخلاص وعلى دين نبينا محمد وعلى ملة أبينا إبراهيم حنيفاً مسلماً وما كان من المشركين
Asbahna ‘ala fitrat-il-Islam wa ‘ala kalimat-il-ikhlaas wa ‘ala deeni nabiyyina Muhammad, sallalahu ‘alayhi wa sallam, wa ‘ala millati abeena Ibraheem haneefan musliman wamaa kaana minal-mushrikeen.
De dag komt over ons en wij zijn zoals onze Heer ons heeft geschapen, onderworpen, getuigend da Hij Alleen het waardig is aanbeden te worden, volgens de religie van onze Profeet Muhammad – sallallaahu ‘alayhi wa salam – en de aanbidding van onze vader Ibraheem die enkel onderworpen was aan God en die niet tot de veelgodenaanbidders behoorde. [Ahmad, 3/406-307 and 5/123. Saheeh al-Jaami’ 4/209, as-Saheehah no. 2905] In de avond verplaats je ‘asbahna’ voor ‘amsayna’.